De eerste vlinders zijn verschenen in het bos. Zoals verwacht was het citroentje er eerst. Die liet zich net als de dagpauwoog op foto zetten. De gehakkelde aurelia en een koolwitje waren nog te verlegen om te poseren.
Ook zag en hoorde ik voor het eerst over “sterrenschot”. Volgens Wikipedia: “De gelatine-achtige brij, in hoeveelheid vaak ongeveer ter grootte van een kippenei, bestaat uit resten van een zwangere wijfjeskikker of pad die door een predator is opgevreten. In de maag van het roofdier zwelt het niet verteerbare hydrofiele ei-omhulsel op, waarna de substantie wordt uitgebraakt. Ook als de brij niet wordt opgegeten, maar achterblijft, zal het opzwellen zodra het in aanraking komt met vocht uit de omgeving. De witte substantie wordt pas op het laatste moment uit speciale klieren aan de eitjes toegevoegd, daarom is het in het vroege voorjaar nog zonder de zwarte eitjes te vinden.”
En eerste tjiftjafs zijn ook aangekomen. Na een lage reis ging deze in bad en werd tijdens de na verzorging geen privacy gegund..
En als laatste in dit bericht: de eerste bosanemonen verschenen ook. Binnenkort kleuren ze het bos een stuk witter.
Ps: De foto bovenaan is de eerste foto van een vos in 2018 🙂
Geef een reactie